Visie – Uitgedaagd en aangemoedigd om te groeien naar eigen mogelijkheden

We willen op school kijken naar de eigenheid en ontplooiing van élk kind. Elk kind uitdagen en aanmoedigen om te groeien naar eigen mogelijkheden.

Kinderen kunnen heel verschillend zijn. Voor een leerkracht is het heel belangrijk dit te zien en te willen zien: waar heb ik oog voor? Wat merk ik op? Welke eigenheid haal ik naar boven?

Een kind kan rustig zijn, op zichzelf, ingetogen of eerder druk. Een kind kan zachtaardig zijn of eerder bruut. Een kind kan heel sociaal of behulpzaam zijn of eerder een eenzaat, gesloten, teruggetrokken. Sommige kinderen kunnen enthousiast, vrolijk, overbeweeglijk of speels zijn, anderen eerder ongeïnteresseerd. Een kind kan een haantje-de-voorste zijn, een flapuit, een controleur of aandachttrekker. Kinderen kunnen angstig zijn of onzeker. Sommige kinderen zijn timide of verlegen, anderen impulsief of chaotisch.

Elk kind heeft zijn eigen uiterlijke verschijning en voorkomen. En elk kind heeft zijn eigen thuissituatie. Soms kan die situatie best moeilijk zijn voor het kind. Dat vraagt bijzondere aandacht.

Elk kind heeft zijn eigen interesse. Dat blijkt uit gesprekken of activiteiten, bv. rond techniek, muziek, natuur. Kinderen zijn leergierig.

Kinderen hebben verschillende talenten. Elk kind heeft zijn eigen motoriek. Sommigen hebben sportieve aanleg. Anderen kunnen leerinhoudelijk intelligent zijn. Nog anderen zijn muzikaal, creatief, zorgzaam of sociaal vaardig, rekenkampioen, handig of knutselvaardig, of een spraakwaterval, taalvaardig. Als leerkracht word je vaak verrast door een kind.

Er zijn sommige kinderen die bijzondere moeilijkheden ondervinden, van fysische aard bijvoorbeeld of een mentale beperking of bijzondere leermoeilijkheden of –stoornissen of specifieke gedragsproblemen.

In deze brede betekenis willen we in onze school oog hebben voor het individuele kind. Dit zet ons dan op weg om elk kind ook een eigen ‘aanpak’ te bieden of ‘zorg’ te geven. Elk kind moet op zijn maat kansen kunnen krijgen.

Hoe leert een kind? Wat motiveert een kind om te leren? In welke manieren van onderwijs geloven wij?

Een kind leert het best wanneer het de kans krijgt om actief mee te werken, op eigen niveau en tempo kan werken, met de juiste ondersteuning. Bij het aanbieden van de leerstof vertrekken we vanuit de leefwereld van de kinderen en spelen in op hun interesses. Hierdoor worden ze meer geprikkeld en staan ze open om nieuwe dingen bij te leren. Kinderen leren als er voldoende variatie is. We bieden boeiend, levensecht lesmateriaal en verschillende werkvormen aan. We zorgen voor voldoende uitdaging zodat er een blijvende leerwinst is. Succeservaringen worden positief benaderd en gedeeld met anderen. Kinderen moeten appreciatie voelen voor hun inzet en/of resultaat. Niet alleen prestaties worden beoordeeld, we houden ook rekening met de inzet, de talenten van de leerlingen.
We bieden de kans om van elkaar te leren, al doende en spelenderwijze, binnen een aangename sfeer. Kinderen moeten zich veilig voelen en durven falen. Kinderen weten ook wat het doel is van het leren. We bieden structuur aan onze kinderen, maar durven deze ook loslaten wanneer kinderen er voordeel uit halen.

Zo kan je dit o.a. zien bij ons op school:
Moderne vernieuwende methodes
Groeilijnen/leerlijnen
Screenen: sociogram, foutenanalyse, vragenlijsten, oudercontacten, observaties, KVS/LVS – Questi, IDP’s, toetsen, MDO’s
Aandacht voor sportactiviteiten
Vertelmomenten
Gelegenheid tot creatief zijn
Aandacht voor werk- en leefhouding
Gevarieerde opdrachten
Leesboekjes op niveau
Computer inschakelen
Taakjes per 2 uitvoeren
Werkblaadjes: taal – rekenen – spelling
Kangoeroeklas
Gedifferentieerde huistaken
Puzzeltrein
Opdrachtenkaartjes, stappenplan, hulpmiddelen
Hoekenverrijking

We investeren dan ook bewust in een goede opvolging van onze kinderen. Dit is belangrijk om een totaalbeeld te vormen van elke leerling. Op die manier kan je optimaal werken: de juiste lat op de juiste hoogte leggen. Door op deze manier te werken, creëren we een groepsgevoel. Daarbij willen we voor ogen houden dat alle domeinen belangrijk zijn, niet alleen het cognitieve. We maken tijd voor het kind als persoon. Zo werken we aan de betrokkenheid en het welbevinden van elk kind.

Om zo elk kind de kans te geven zijn sterke kanten en interesses te tonen. Kinderen leren dat er meer is dan punten. Je moet je goed voelen om goed te kunnen presteren. Sommige kinderen hebben nood aan persoonlijke ondersteuning. We zetten dan ook sterk in op een gedifferentieerde aanpak, zowel op sociaal als op leerniveau. Differentiatie is belangrijk omdat een ontwikkeling op eigen niveau een betere leerwinst oplevert en zo succeservaringen kunnen opgedaan worden. Op deze manier blijft de motivatie en betrokkenheid van elk kind optimaal. Kinderen krijgen taken waar ze zelf mee aan de slag kunnen. Ze worden net genoeg uitgedaagd om er een positief gevoel aan over te houden. Dit geeft energie om een volgende stap te zetten.
We bieden een variatie aan werkvormen aan waarin ieder kind af en toe zijn goesting kan vinden: takenbord, partnerwerk, groepswerk, tutorlezen,… We werken aan zelfstandigheid van klein tot groot. Dit wordt stapje voor stapje opgebouwd. Zelfstandig iets kunnen uitvoeren geeft de kinderen een positief gevoel, zelfvertrouwen. Kinderen worden geprikkeld om stappen vooruit te zetten. Zelfstandig kunnen zijn, is noodzakelijk om stevig in het leven te staan, om volwassenen met zelfvertrouwen te worden. Elkaar kunnen helpen, geeft een goed gevoel en leert je heel wat bij qua respect, geduld, omgaan met anders zijn, en zo leer je elkaars talenten/verschillen appreciëren.

Zo kan je dit o.a. zien bij ons op school:
Positief klasklimaat creëren
Stimuleren, aanmoedigen, complimentjes geven
Inspelen op interesse
Werken met afspraken
Taalbeleid: vertel- en speeltasjes voor anderstaligen
Takenbord
Contractwerk
Voorlezen
Lezeliertje
Boekenhoekjes
Tutorlezen
Ouders betrekken/inlichten
GON-begeleiding
Handelingsplannen
Hulpprogramma Kurzweil (dyslexie)
Differentiëren
Remediëren
Agenda nakijken
Overlegmomenten met externen (bv. logo, CLB, GON- begeleiding,…)
MDO (multidisciplinair overleg)
Klasoverdracht
Extra observaties
Werken met beloningssysteem (duimpjeskaart)

We proberen de thuissituatie van onze kinderen zo goed mogelijk te leren kennen, via gesprekken, via contacten (met ouders, kinderen, grootouders,…) We zijn laagdrempelig, ouders kunnen gewoon binnen stappen voor een gesprek. We maken tijd voor gesprekken met de kinderen. De zorgjuf is er altijd als extra ‘veilige haven’ met tijd voor een babbel. We kunnen rekenen op ondersteuning van het CLB indien nodig. Op deze manier kunnen we op een juiste manier inspelen op de kinderen. We willen dat de kinderen zich hier veilig, thuis kunnen voelen, hen de kans geven om hier hun hart te luchten. We willen dat kinderen hier zo goed mogelijk kunnen functioneren, liefst zorgenvrij.

We besteden extra zorg aan taalzwakke kinderen. Deze groep leerlingen wordt groter, de nood en de vraag is dus ook groter geworden. En Nederlands is de basis voor ons ganse onderwijssysteem, onze schooltaal. Het is dan ook belangrijk om hier gericht op in te zetten. Ook kinderen met bijzondere moeilijkheden verdienen onze bijzondere aandacht. Ze worden extra opgevolgd, gestimuleerd, gemotiveerd. Daar waar nodig wordt professionele hulp ingeschakeld. Zodat ook zij kunnen groeien naar eigen mogelijkheden, zich goed kunnen voelen in de klas, op school.

We willen het beste uit onze kinderen halen en in hen zien. We komen voor hen op. Als we dit alles voor ogen houden, maken we voor hen het verschil!
Degelijk, hedendaags onderwijs moet algemeen vormend zijn. Een basis voor het verdere leven.

Hoe pakken we dit aan in onze school? Hoe organiseren we dit leerproces van en met de kinderen?

We willen in onze school en als team doelgericht werken. We streven de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen na. De leerplandoelen bieden een houvast. Je weet waar je naartoe wil. Ze zijn een leidraad bij de klasactiviteiten. Kinderen worden uitgedaagd op verschillende domeinen en leergebieden: muzisch, wiskundig, talig, motorisch, kijk op de wereld, technisch, gelovig, leren leren. Het doelgericht werken zorgt ervoor dat de kinderen voorbereid zijn op de lagere school of op het middelbaar onderwijs. Je krijgt een concreet zicht op wat een kind bereikt heeft. Het kan tegelijkertijd leiden tot differentiatie en remediëring. Je verkrijgt groei- en leerlijnen. Dit vraagt collegiaal overleg, zodat iedere leerkracht zijn doelen heeft om aan te werken in de verschillende (kleuter)klassen. Het is niet alleen belangrijk te weten wat er in de klassen gebeurt, maar ook dat iedereen zich aan de gemaakte afspraken houdt. Zo is er steeds sprake van groei. Je weet op welk niveau elk kind zit. Je kan vertrekken van de beginsituatie van het kind. Kinderen blijven op die manier gemotiveerd en worden steeds uitgedaagd, ieder op zijn eigen niveau.

Zo kan je dit o.a. zien bij ons op school:
Projecten kunst, muziek, verkeer, schoolfeest, maandpuntjes,…
Thema’s W.O.
Hoekenverrijking

Echt leren moet een goede, brede voedingsbodem bieden. Daarom hechten we veel belang aan vakoverschrijdend werken. Zo leren de kinderen de wereld zien als meer dan een aantal vakjes. Ze ervaren de werkelijkheid als een geheel. We willen geen wereldvreemde, beschouwende school zijn, maar een school IN de wereld die vertrekt vanuit realistische situaties en vanuit de interesses van het kind. Dit werkt motiverend en geeft meer kansen op succeservaringen. Af en toe werken we klasdoorbrekend. Dat geeft een goed ‘wij-gevoel’, schept een sfeer van verbondenheid. Jongere kinderen leren van oudere. Oudere helpen jongere kinderen. Zo krijgen kinderen andere impulsen en meer kansen tot ontplooiing. Talenten komen naar boven en kunnen ingezet worden. Kinderen bouwen meer vriendschappen op en leren verdraagzaam zijn. Ze leren ook andere leerkrachten kennen. Dit werkt drempelverlagend.

Een belangrijk instrument bij het leerproces is de evaluatie en rapportering. Met een kindvolgsysteem en een leerlingvolgsysteem bewaken we als leerkracht hoe het kind evolueert. Zowel de leerkrachten als de leerlingen en de ouders komen te weten hoe ver dit kind staat en waar de groeikansen liggen. Je weet op welk niveau ze zich bevinden en hoe je ze optimaal kan uitdagen en stimuleren. Je weet welke doelen behaald zijn of moeten hernomen worden. Zo kan je inspelen op noden en tekorten, remediëren en/of differentiëren. Daar waar nodig wordt een handelingsplan opgesteld en uitgebreide zorg aangeboden, niet alleen binnen de school maar ook met externen. Belangrijk daarbij is dat kinderen mogen ervaren en beseffen dat fouten maken mag en dat ze hulp mogen vragen. Elk kind heeft nood aan positieve feedback. Dit geeft zelfvertrouwen. Het welbevinden en de betrokkenheid wordt verhoogd. Echt leren is meer dan punten alleen en een zaak van alle betrokkenen.

Zo kan je dit o.a. zien bij ons op school:
Leerlingbespreking
Observatieschrift
Foutenanalyse

Goed onderwijs moet gedragen worden door een gemotiveerd team met een ruime geest. Een team dat kinderen bewust wil opvoeden in een hedendaagse maatschappij. Daartoe durven we onszelf te verruimen en bij te stellen. We willen elkaar inspireren en motiveren. Vernieuwingen gaan we niet uit de weg. Vanuit de noden die oplichten in de klaspraktijk zetten we gericht in op vormingen. Zo verruimen we onze blik, leren nieuwe dingen kennen, evolueren we in onderwijsstijl en raken we niet vastgeroest.

Ik geloof dat het belangrijk is dat wij kinderen leren om zichzelf graag te zien en tegelijk met een open geest naar anderen te kijken. De mooie dingen in elkaar zien en positief kunnen zijn, maakt het leven zoveel gemakkelijker en mooier. De lachende snoetjes, de vriendelijke woorden, de grappige uitspraken… inspireren mij en geven mij een goed gevoel!

0